Twee juffen voor de klas

tweejuffenHoe een eenvoudig idee het verschil kan maken: in Finland zijn de klassen veel groter dan in Nederland, maar staan er wel twee leerkrachten voor. Is het ook een goed idee voor ons land?

Finland geldt als het schoolvoorbeeld van goed onderwijs. Het land scoort al jaren goed op de internationale onderwijsvergelijkingslijstjes en dat biedt beleidsmakers, schooldirecteuren en onderwijsadviseurs een mooi excuus om een studiereis naar het hoge Noorden te maken.

De verhalen die daar vervolgens vandaan komen, zijn vrijwel allemaal lovend en enthousiast. Zo valt op dat Finland geen inspectie kent, maar dat de politiek en de beleidsmakers vertrouwen op de vakkundigheid van de professionals, de leraren. Die hebben dan ook allemaal een universitaire opleiding, en zijn goed getraind in verschillende methoden voor het bijbrengen van kennis en kunde aan hun leerlingen. Ze mogen daarom ook zelf bepalen welk lesprogramma ze kiezen, ook als dat betekent dat er binnen één school meerdere methodes worden gehanteerd.

Dat klinkt wel gaaf, toch? Stel: je bent docent in Finland, en je mag zelf je onderwijsmethode samenstellen,zonder gezeur van een inspectie en zonder toetsing door een Cito-toets. Cool!

Onderlinge feedback

Ja, maar wacht even: dat kan toch helemaal niet? Wie bewaakt dan de kwaliteit van het onderwijs? We hebben hier wel te maken met kwetsbare kinderen, die gaan we toch niet overleveren aan de nukken en buien van een docent, hoe goed geschoold ook is!?

Nee, natuurlijk niet. Maar dat doen ze in Finland ook niet. In plaats van controle van bovenaf door een anonieme instantie als de inspectie of de cijferterroristen van Cito, hebben ze iets veel slimmers bedacht: onderlinge toetsing en feedback. Ze hebben de klassen namelijk twee keer zo groot gemaakt (tot wel vijftig leerlingen, pfoe!) en daar hebben ze vervolgens twee docenten op gezet. Dat is niet alleen gezelliger tijdens de koffiepauze, maar biedt de docenten vooral de mogelijkheid om te sparren.

‘Wat vind je dat we het beste met Heikinnen kunnen doen? Hij is zo druk in de klas.’ ‘Denk je dat Maikki wat extra taken kan doen?’ Er is bovendien meer ruimte om taken te verdelen: terwijl de een met een groep kinderen werkt die wat extra aandacht nodig hebben, kan de andere zich richten op de snelle leerlingen. Daardoor is het onderwijs bijna automatisch beter afgestemd op de individuele behoeftes van het kind. En er is controle, niet door een anonieme instantie, maar door een vakgenoot. Als een docent een keer uit de bocht vliegt, blijft dat in ieder geval niet ongezien.

Het kan morgen al

Waarschijnlijk zitten er ook wel nadelen aan, zoals aan elk goed idee, maar persoonlijk denk ik dat we er in elk geval eens mee zouden moeten gaan experimenteren. Het mooie is dat dit morgen al kan: daar heb je geen wetswijziging of stelselherziening voor nodig.

Wie durft? Laat je ons weten hoe het bevalt?