De week kon niet beter beginnen dan met het nieuws dat steeds meer organisaties afscheid nemen van de hiërarchie op de werkvloer.
Uit een onderzoek van uitzendbureau Tempo-Team onder bijna 500 werkgevers komt naar voren dat bijna de helft bezig is met sociale innovatie. Dat betekent minder hiërarchie (lees: minder managers), meer ruimte voor creativiteit en ondernemerschap op de werkvloer en meer co-creatie met andere bedrijven. En dat legt ze zeker geen windeieren. Zo vindt meer dan de helft dat de arbeidsproductiviteit is verbeterd, de kwaliteit van producten en diensten omhoog is gegaan en vindt nog eens 30 procent dat het ook de service aan klanten ten goede is gekomen.
Beetje flauw om ‘I told you so’ te roepen, maar het lijkt er toch verdacht veel op dat het scenario dat ik in mijn boek De laatste manager in 2010 schetste, langzaam bewaarheid te worden. Daarin voorspel ik het einde van de manager, omdat medewerkers prima in staat zijn om hun werk zelf te organiseren.
De crisis helpt ook hier een handje. Daardoor kunnen bedrijven het zich niet meer veroorloven om veel lagen met managers te onderhouden. De Amerikaanse goeroe Gary Hamel berekende eens dat je dan toch al gauw over 30 procent van de totale personeelskosten praat, kosten die eigenlijk niets opleveren behalve gedoe en frustratie.
Want nog belangrijker dan de kosten is wat het hebben van veel lagen managers doet met de organisatie. De baas van Fiat, Sergio Marchionne, vergeleek het ooit met cholesterol, dat de aderen van de organisatie verstopt en de reactiesnelheid vermindert. Wat dat betreft moeten heel veel bedrijven nog aan een cholesterolarm dieet, want we zijn er nog lang niet.