Op 8 maart 2024 is het zover!
Op die dag mag ik mijn promotieonderzoek naar sensemaking gaan verdedigen aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Dat is een mijlpaal die ik uitgebreid zal vieren, maar het is ook een bitterzoet moment.
Op die dag mag ik mijn promotieonderzoek naar sensemaking gaan verdedigen aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Dat is een mijlpaal die ik uitgebreid zal vieren, maar het is ook een bitterzoet moment.
Als filosoof tussen organisatiekundigen bekruipt mij soms het gevoel dat de filosofie voor het karretje van de organisatie wordt gespannen. Is er een andere, meer positieve rol voor organisatiefilosofie?
Hoe zit het met macht en sensemaking? Mensen met macht zullen ongetwijfeld een grotere invloed hebben op de betekenisgeving van de groep dan anderen. Maar hoe werkt dat dan? Voor een beter begrip van betekenisgeving zullen we ons dus moeten verdiepen in macht.
Verandering is de enige constante, wist de Griekse filosoof Heraclitus meer dan tweeduizend jaar geleden al. Panta rhei, alles stroomt, en je kunt nooit twee keer in dezelfde rivier stappen. Maar wat betekent het? En kunnen we de consequenties ervan wel dragen, met onze hang naar onveranderlijkheid?
Betekenis ontstaat tussen mensen, zo stelden Mead en Garfikel. Het idee dat betekenis niet vast staat, maar zich ontwikkelt delen ze met de erfgenamen van Friedrich Nietzsche. Over de wil tot macht, verschil en worden wie of wat je bent.
In mijn promotieonderzoek probeer ik uit te vogelen wat ‘sensemaking’ is (making sense of sensemaking). De dubbelzinnigheid die we tegenkwamen in de vorige blog geeft aanleiding tot nieuwe betekenisgeving.
Na wat persoonlijke mijmeringen over het leven voor, tijdens en na het doen van een PhD, lijkt het me goed om nu (eindelijk) de inhoud in te duiken: sensemaking. Wat is het, en waarom is het belangrijk?
Wat ga je doen als je klaar bent met je promotieonderzoek? Sinds ik begonnen ben met deze blog krijg ik regelmatig een vraag over mijn toekomst. Ik leg dan geduldig uit dat ik nog niet klaar ben, er moet nog wat gebeuren. Maar ik ben wel bijna klaar, en misschien is het daarom toch wel…
Wel of geen promotieonderzoek doen, that’s the question. Om vier of meer jaar intensief met een onderwerp bezig te zijn, moet je toch wel intrinsiek gemotiveerd zijn. Althans, dat zou je denken. Maar weten we eigenlijk wel waarom we doen wat we doen?
Vier jaar geleden had ik een afspraak met Mathieu Weggeman. Na wat gepraat over koetjes en kalfjes deed Mathieu de suggestie dat een promotieonderzoek misschien wel wat voor mij was. En de rest is geschiedenis, zou je kunnen zeggen.